zondag 25 mei 2008

21 mei

Na 2,5 uur op Utrecht cs gewacht te hebben ging er eindelijk een trein naar Amersfoort. Dus kwam ik pas om half 2 aan op mijn stage. Ik kon nog 1 les geven.

We gaan verder met de instrumenten luisteren. Ik had al gezien dat alle jongens die vaak klieren helemaal achteraan zaten naast elkaar. Maar ik dacht ik kijk wel hoe het gaat.

Tijdens de luisterfragmenten luistert de klas redelijk. De blaasintrumenten vinden ze moeilijk en allemaal op elkaar lijken waardoor ze veel gaan kletsen. Bij de saxofoon hadden we 2 fragmenten hierdoor onstond er wat verwarring waar we nou waren. Dit had ik beter van te voren kunnen zeggen.

Ik merk dat ik de jongens achterin er niet echt bij betrek waarschijnlijk omdat ik het niet durf hi. Maar ik geef ze uiteindelijk maar gewoon weer niewe plaatsen. Er moeten er twee naar voren komen zitten en de andere opschuiven.

Dan de snaarinstrumenten. Die verliepen veel beter en dus ook veel sneller. De klas was nu ook veel meer erbij betrokken.

Aan het einde mogen ze nog wat vertellen over hun eigen instrument. Ze willen niet echt. Ik heb wat geprobeerd er uit te krijgen. Maar daar had ik van te voren echt beter over na moeten denken. Zodat ik het ze meer op hun gemak had kunnen stellen en het meer uit had kunnen bouwen.

Tot slot gingen we nog een liedje zingen wat ze in het begin van het jaar al een keer gedaan hadden. Ik dacht ze kennen het dus laat maar horen. Maar het was toch beter geweest om het eerst voor te zingen. Altijd voorzingen!! Ze eerst laten luisteren.

Ze kennen het nog erg goed, maar ik heb niet meer op eventuele foutjes kunnen letten die er zo ingeslopen zijn doordat ik het steeds alleen maar in zijn geheel zong.

Omdat ze het goed kenden wilde ik wisselzang tussen de jongens en de meisjes doen. De meisjes zingen zeer goed, maar de jongens niet. Ik legde alleen niet de link dat dit wel eens kon komen doordat ze niet bij elkaar in de buurt stonden en zich niet op hun gemak voelden. Ze waren namelijk de hele les al wat onrustig en daar dacht ik dus alleen maar aan. Gelukkig zei Dorien dat ik ze even bij elkaar moest zetten. Het ging gelukkig al veel beter. Op zo'n moment moet je ze echt positief benaderen. Dit deed ik een beetje maar ik zat voor mezelf al een beetje in het niet doen en stop daarmee en blabla dus dat lulkte niet helemaal.


Ik merkte dat ik op veel momenten iets op een bepaalde manier wilde zeggen maar daar gewoon nog niet de juiste woorden voor heb. Ik merk echt dat ik heel beperkt ben in de manieren om iets te zeggen.

En verder moet ik sommige dingen beter gaan voorbereiden.

En ze positief stimuleren.

En het laatste leerpuntje is dat ik ze echt alles uit moet leggen van te voren en niks nieuws meer tussendoor moet vertellen. En het desnoods 4x zeggen zo duidelijk en simpel mogelijk. Zodat er tussendoor niet steeds verwarring onstaat over wat ze nou moeten doen of hoeveel luisterfragmenten ze gaan horen enz.

Geen opmerkingen: